In tien jaar tijd gingen de Brusselaars zich anders verplaatsen: minder met de auto en meer met de fiets en te voet.
De resultaten van de laatste grote studie over verplaatsingen in Brussel zijn zojuist bekendgemaakt. Dagelijks maken de inwoners van de hoofdstad 3,3 miljoen verplaatsingen, goed voor 25 miljoen afgelegde kilometers. In iets meer dan 10 jaar tijd, sinds de vorige grootschalige enquête over verplaatsingen (Beldam-2010), heeft Brussel Mobiliteit vastgesteld dat stappen de meest gebruikte vervoerswijze van de Brusselaars is geworden, met een aandeel van 36% (tegenover 32% in 2010 - belangrijkste vervoerswijze, gemiddelde dag). Tegelijkertijd is het aandeel van de auto gedaald (38%->27%) en dat van de fiets gestegen (3%->9%).
Deze nieuwe studie over de verplaatsingsgewoonten van de Brusselaars werd uitgevoerd door Brussel Mobiliteit over een periode van één jaar, tussen het najaar van 2021 en het najaar van 2022. Ze werd uitgevoerd in samenwerking met het Departement Mobiliteit en Openbare Werken van het Vlaams Gewest, dat ook de burgers van Vlaanderen bevroeg.
In Brussel werd een representatieve steekproef van burgers (2.685 personen), willekeurig geselecteerd uit het Rijksregister, grondig bevraagd over de kenmerken van hun huishouden en hun mobiliteitsgewoonten.
Elke Van den Brandt, Brussels minister van Mobiliteit: "De afgelopen 10 jaar zijn de mobiliteitsgewoonten van de Brusselaars veranderd! De trends: Brusselaars stappen en fietsen meer, rijden minder met de wagen en blijven de MIVB gebruiken ondanks de daling tijdens de pandemie, dankzij de enorme investeringen van de regering in het netwerk. Het mobiliteitsplan Good Move werpt echt zijn vruchten af. Brussel organiseert de modal shift en herwint de openbare ruimte om geleidelijk aan een aangenamere en aantrekkelijkere stad te bouwen met meer ruimte voor ontmoetingen en groen, een betere verkeersveiligheid en schonere lucht."
Aantal verplaatsingen en afgelegde kilometers
- Gemiddeld maken Brusselaars (vanaf 6 jaar) 2,9 verplaatsingen per dag. Minderjarigen en 65-plussers maken minder verplaatsingen, terwijl de leeftijdsgroep 35-44 jaar de meeste verplaatsingen maakt (gemiddeld 3,8 verplaatsingen per dag).
- Op een gemiddelde dag maakt 20% van de Brusselaars geen enkele verplaatsing, terwijl 20% van de bewoners 5 of meer verplaatsingen maakt.
- Dagelijks maken de Brusselaars 3,3 miljoen verplaatsingen, goed voor 25 miljoen afgelegde kilometers.
Modale aandelen
- 36% van de verplaatsingen gebeurt te voet (32% in 2010).
- 27% van de verplaatsingen gebeurt met de auto (38% in 2010).
- 22% van de verplaatsingen gebeurt met de bus, tram of metro (24% in 2010).
- 2% van de verplaatsingen gebeurt met de trein (2% in 2010).
- 9% van de verplaatsingen gebeurt met de fiets (3% in 2010).
- Ten slotte wordt 1% van de verplaatsingen gemaakt met een elektrische step (eigen step of deelstep).
- De andere vervoerswijzen (bv. bestelwagen, motorfiets, taxi) zijn elk goed voor minder dan 1% van de verplaatsingen.
Waarom verplaatsen de Brusselaars zich?
De meest voorkomende reden om zich te verplaatsen, na "naar huis gaan" (38,8%) is "winkelen" (15,2%). Werk- en beroepsverplaatsingen zijn slechts goed voor 10,5% van de verplaatsingen, minder dan vroeger (14% van de verplaatsingen in 2010), waarschijnlijk als gevolg van telewerken, dat sterk is toegenomen de covidcrisis.
Welke vervoersmiddelen bezitten de huishoudens?
- 46% van de Brusselse huishoudens bezit een auto, wat weinig is in vergelijking met de rest van het land.
- Daarnaast bezit 47% van de Brusselse huishoudens ten minste één fiets en 11% ten minste één elektrische fiets.
- Bijna 5% van de Brusselse huishoudens bezit een elektrische step. 8% is ingeschreven op een deelstepsysteem.
De afgelegde afstanden
De gemiddelde verplaatsing is 7,7 km. De gemiddelde verplaatsing binnen het Brussels Gewest is echter slechts 3,3 km. En 45% van de verplaatsingen van de Brusselaars zijn minder dan of gelijk aan 2 km. Voor deze korte verplaatsingen is stappen het meest gebruikte vervoermiddel.
"Dit onderzoek toont ook aan dat files niet onontkoombaar zijn en dat verandering mogelijk is. Aangezien veel verplaatsingen binnen Brussel korte afstanden zijn, is er nog een groot potentieel voor stappen, fietsen en openbaar vervoer. Ik ben hier heel blij mee", aldus minister Elke Van den Brandt.
Voor korte verplaatsingen is stappen het meest gebruikte vervoermiddel (85% van de verplaatsingen over afstanden van minder dan of gelijk aan 1 km en 42% van de verplaatsingen over afstanden van 1 tot 2 km).
Het aandeel van "fietsen" is vrij laag voor zeer korte afstanden (0 tot 1 km), maar wint aan belang voor afstanden van 1 tot 2 km en 2 tot 5 km (een aandeel van respectievelijk 13,2 en 14,1 %).
Bus, tram en metro wordt vooral gebruikt voor de middellange afstanden tussen 2 en 25 km. Voor kortere afstanden worden deze vervoerswijzen vaak benadeeld door de reistijd tussen de plaats van herkomst en de vertrekhalte enerzijds en tussen de aankomsthalte en de eindbestemming anderzijds.
De trein wordt vooral gebruikt voor langere afstanden. Het aandeel van de trein is minder dan 5% voor alle afstandscategorieën tot 25 km, terwijl dit 21,3% bedraagt voor afstanden van meer dan 25 km.
Ten slotte neemt het modale aandeel van de auto als bestuurder of passagier toe met de afgelegde afstand.
Als we ons toespitsen op verplaatsingen per auto, wordt 50% daarvan afgelegd over afstanden van 5 km of minder en 20% over afstanden van 2 km of minder. Sommige van deze ritten kunnen echter deel uitmaken van complexe reisketens die verschillende motieven combineren ("Thuis - Afzetten", "Afzetten - Werk", enz.). Niettemin vormen sommige van deze korteafstandsverplaatsingen met de auto nog steeds een belangrijk potentieel voor een verschuiving naar actieve vervoerswijzen ("stappen", "fietsen", enz.) of openbaar vervoer.
Steven Fierens